Kleine vos

Kleine vos (Aglais urticae)Aglais urtica
De kleine vos (Aglais urticae) is een dagvlinder uit de familie Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders. De wetenschappelijke naam urticae verwijst naar het geslacht Urtica van de waardplant brandnetel. De kleine vos is één van de eerste vlinders die je ziet vliegen in het voorjaar, ze vliegen van april tot oktober.

 

Op mooie lentedagen, als het klein hoefblad bloeit en de wilgenkatjes geuren, ontwaken de vosjes uit hun winterslaap en zien we ze rond vliegen, af en toe zich zonnend op de warme grond of nectar zuigend op de vroege bloemen. Dan leggen de wijfjes ook al spoedig de eieren, in hoopjes bijeen aan de onderkant van de brandnetelbladeren. De eitjes van de kleine vos zijn klein, groen en bol. De basiskleur van de rups is donkergrijs met lichtgele tot felgele tekening. Over het lichaam verspreid bevinden zich stekels, die in de basis geel zijn met zwarte vertakkingen. De kop is zwart met gele stipjes. De rups groeit uit tot een maximumlengte van 27 tot 32 millimeter. De pop is variabel van kleur, en verkleurt van groen tot bruin of goud. Het popstadium duurt ongeveer 2 weken. De rupsen leven gezellig, net als die van de dagpauwoog, maar ze zijn kleiner en hun kleur is anders. Worden ze verontrust, dan beginnen ze heftig met het voorste deel van hun lichaam heen en weer te slaan. Sluipwespen laten zich hierdoor echter niet afschrikken, zoals de kweker later nogal eens met spijt bemerkt. In het begin van de zomer komt de nieuwe generatie uit de pop die meestal niet zo talrijk is. Maar zij levert in augustus en september de volgende en daarvan kunnen de vlinders soms bij tientallen vooral op bloeiende Sedum zitten. Na enige weken gevlogen te hebben gaat de tweede generatie vlinders in winterrust. Ze zoeken daarvoor allerlei holten en andere beschutte plaatsen en men kan ze nogal eens op zolders en in schuren vinden. Het aantal vermindert in de winter door vogels en muizen of door te sterke uitdroging, maar er blijven genoeg over om de soort in stand te houden. De vlinder bewoont bijna geheel Europa en een groot deel van Azië tot in Japan. Een afwijking in kleur komt slechts uiterst zelden in de vrije natuur voor.

Uitgiftedatum 25 maart 2013
Formaat van de postzegel : 30mm x 25 mm
Illustrator Marijke Meersman